Onlangs hebben wij een inventarisatie gemaakt van de diverse signalen die wij krijgen van ouders. Deze hebben wij in een verslag gezet en aan PassendOnderwijs Almere en aan wethouder Onderwijs Almere (René Peeters) gestuurd en samen met onderwijsjurist Katinka Slump is al een kort gesprekje geweest. Wij wachten nog op een reactie op onze inbreng. Ondertussen staat al een afspraak met gemeente en SWV (samenwerkingsverband) om de punten eens door te nemen. Ook al lijkt het wat moeilijk te bevatten dat ouders ook iets in te brengen hebben, wij waarderen het dat onze punten in ontvangst zijn genomen om er vervolgens gezamenlijk naar te kijken.

Hieronder de uitwerking van de thema’s

Toelichting op de punten / thema’s die in Almere niet volgens de richtlijnen gaat

Op basis van verschillende casuïstiek, inbreng van een onderwijsconsulent en bij navragen bij ouders van schoolgaande kinderen en van thuiszitters in (en inmiddels buiten) Almere, worden de volgende knelpunten gemeld:

Afwijzen na aanmelding zonder geldige reden. Reden om af te wijzen:

– de gezamenlijke afspraak om tussentijds wisselen niet toe te staan (zie website ASG)
– geen reden
– geen kennis van de stoornis (en die ook niet willen krijgen)
– de principes van het onderwijs komen niet tegemoet aan problematiek van het kind
zoals: bij ons zijn kinderen zelfstandig, wij praten MET kind en niet TEGEN kind (mutisme)
– Verwachting is (nog niet ervaring) dat het OVC met aanbod voor 2 kinderen met autisme per klas ook op basis hiervan kinderen gaat afwijzen/doorverwijzen. Dit is een zorg.

Afwijzen vóór aanmelding zonder geldige reden (dus al bij oriëntatie VO-school)

Ouders worden belemmerd om goed uit te zoeken welke school geschikt is als zij meer over de ondersteuning daar willen weten. Ouders die voor aanmelding bij een school voor VO informeren over de mogelijkheden voor ondersteuning van hun kind, worden tevoren ontmoedigd ze aan te gaan melden. De school geeft aan dat het kind niet voldoet of dat aan de ondersteuningsvraag niet tegemoet gekomen kan worden. Of de huidige school (bij besluit van ouders te gaan wisselen) geeft aan dat een kind een risico is voor scholen waardoor het kind nergens aangenomen zal gaan worden.

Eigen starre afspraken en werkwijzen, starre houding:

1. Vanuit SBO / SO naar regulier lijkt onmogelijk – OPDC

Kinderen in SBO / SO worden in oktober van groep 8 voorgelegd aan de TLC. Ouders wordt niet gewezen op dat ze die toestemming niet specifiek hoeven te geven. De TLC bepaalt (vanuit dossier, zonder kind te kennen) of een kind een verklaring voor SVO of zelfs OPDC krijgt. Maar dit wordt in Almere als bindend gezien. Een verklaring betekent dat het kind geen toegang meer heeft tot regulier onderwijs. Ouders en kind hebben dus geen vrije schoolkeuze meer. De scholen zullen het kind niet meer aannemen. Een TLV wordt dus gezien als verwijzing die bindend is.

Als ouders geen toestemming geven om hun kind in de TLC in te brengen, kan de IB’er in het VO-advies aangeven dat OPDC nodig is. Ook dan zien scholen voor VO geen mogelijkheid meer het kind aan te nemen. Tevoren wordt aanmelden afgeraden. Melden ouders hun kind alsnog aan dan kunnen zij zelfs horen dat de school het vertrouwen in hen opzegt.

Het OPDC komt in zicht als een school zich echt handelingsverlegen vindt. Op het moment dat al van alles is ondernomen en het kind komt beter tot zijn recht op deze lesplek, wordt een plan hiervoor gemaakt. De school van inschrijving (dus niet de basisschool IB) geeft aan of de zorg nog geboden kan worden. Daar hoort een onderbouwing bij die nu ontbreekt. Wat is de specifieke behoefte waaraan de school niet kan voldoen en het OPDC wel. Hoe lang verwacht bij het OPDC. Wat is het doel en wanneer heeft het kind dat bereikt om terug te kunnen keren.

2.  I.p.v. onderzoek naar de vraag naar en mogelijkheden voor ondersteuning wordt al direct ‘naar plek gezocht’ bij wijze van ‘zorgplicht’


De vaste procedure in Almere is (zo heb ik vaker gezien) dat wanneer een school vindt niet aan de ondersteuningsbehoefte te kunnen voldoen, het ZAT wordt ingeschakeld. Ouders geven toestemming op formuliertje (vaak beseffen zij niet wat dat behelst). Het ZAT (onbekend met het kind) bepaalt dan op welke plek het kind terecht kan op basis van de door school aangeleverde informatie. Ouders geven aan dat foutieve informatie wordt gedeeld. Bovendien gaat het delen van informatie ook nog eens zonder toestemming. Advies is dan regelmatig SVO/SO. Zelfs als een behandelaar dit sterk afraadt gaat men hier tegenin. Het ‘niet aan de ondersteuningsbehoefte kunnen voldoen’ wordt erg snel bepaald. Dat kan zo bij het eerste gesprek met de school gebeurd zijn. Of na een telefonisch contact van de basisschool naar de school voor het VO. (na 1 telefoontje en Digidoor wordt OPDC geopperd, terwijl er nog niet eens is aangemeld, geen onderzoek is geweest). Zo staat in een OPP, gericht op het vinden van een plek/SVO) dat het kind niet weet wat die wil terwijl die dat heel goed wist.

 

3. Doorsturen naar SO of SBO of OPDC (bij uitval zelfs naar dagopvang als oplossing)

Op school lijkt er weinig kennis van passend onderwijs. Wel is men goed op de hoogte van ‘hoe het in Almere is afgesproken’. Ouders die voor hun kind een reguliere school voor VO uitzochten kregen van de leerkracht op de basisschool te horen dat ze hun kind te kort deden. In Amsterdam zou een SVO voor dienst ondersteuningsvraag zijn. (de leerkracht weet dus niet dat die ondersteuning ook op de reguliere school verzorgd kan worden). In een OPP veel overbodige informatie (zoals probleemschets van broertje van een leerling) of incidentjes die in groep 5 waren gebeurd, waardoor er een probleem van enorme omvang geschetst wordt.

 

4. Dwang en drang (voorbij star en wettelijke regels niet nakomen)

Een Onderwijsconsulent laat zelfs weten m.b.t. de starre onderlinge afspraken dat hij tegen muren aanloopt:

“Er wordt niet objectief gekeken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling.

In Almere houdt men zich niet altijd aan de besluittermijnen van 6 of 10 weken na aanmelding.

Een ouderpaar werd onder druk gezet om een contract te tekenen dat de leerling na een jaar op een reguliere VMBO alsnog overgeplaatst moet worden naar het OPDC. Een OPDC leerling zit al bijna een jaar thuis. Ook een leerling op een hogere leerweg te plaatsen dan het basisschooladvies wordt in Almere niet in overweging genomen, daar dit wettelijk wel kan.

Onvoldoende kennis en inzicht en geen bereidheid zich te verdiepen

Scholen geven snel en makkelijk aan dat ze de kennis niet hebben en dat ze handelingsverlegen zijn. Dat terwijl er dan niet eens serieuze doelgerichte en serieuze interventie geweest te zijn. Zelfs geen onderzoek naar de werkelijke ondersteuningsbehoefte (vaak te vinden onder het getoonde gedrag). Zo werd een kind (groep 4 of 5) bijna verwezen naar een observatiecentrum voor 3 maanden vanwege ernstig handelingsverlegen. Er was geen contact te maken met het kind. Het kind had vaak aangegeven gepest te worden. Maar dat was onzin volgens de leerkracht. Wanneer het kind in de praktijk voor kindertherapie kwam was het contact direct goed. Het kind liet zich aansturen en liet goed zien hoe hij aan het werk ging. Op school deed hij niets aan zijn werk. Hij voelde zich door school niet gehoord en gaf op. De school had het kind al wat werk na school laten maken. Maar dat werkte niet. Dat is het enige wat de school heeft geprobeerd. Op basis daarvan concludeerde de dat er een observatiekliniek nodig was. Er was geen OPP. Het kind bleek toch gepest, bedreigd met dood, te worden op het schoolplein en rende op een moment uit angst van school weg. Ouders hebben m.b.v. een wijkagent dit bij de school aan kunnen kaarten. De school was geen veilige plaats voor dit kind.

Over diverse problematiek is geen kennis en er wordt geen moeite gedaan die naar zich toe te halen. Zo worden hoogbegaafde kinderen naar SO / SBO gestuurd vanwege moeilijk gedrag, (voortkomend uit leerhonger, maar niet deskundig geïnterpreteerd). Kinderen met sociale angst voor wie het, volgens behandelaar beter is, op een reguliere school te zijn, kinderen met een behoefte aan begeleiding om zelfredzaam te worden etc. Ze mogen allemaal naar het speciaal onderwijs.
De school beschikt niet over kennis. Soms is een zorglokaal DE zorg die geboden wordt. Het kind de klas uit. Dit is niet in de gedachtenlijn van passend onderwijs en is zelfs schadelijk.

Over het algemeen kan men stellen dat er geen kennis is over wat de intentie is van PassendOnderwijs. Zoveel mogelijk naar de reguliere school, tussen hun vrienden, de zelf gekozen plek, met daar de nodige ondersteuning. Dat leek met de afgeschafte rugzak beter mogelijk in Almere dan met de budgets in beheer van PassendOnderwijs Almere. IB’ers en leerkrachten en ook ouders zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden en regels van Passend Onderwijs.

De focus is vooral het gedrag. Gewenst of niet. De focus is daarmee niet op het vinden van de ondersteuningsbehoefte.

Scholen werken dus ook niet preventief v.w.b. uitval door niet direct het kind te bieden wat het nodig heeft. Juist in vroege fase inspringen kan zoveel problemen schelen (en kosten). Het niet bieden van zorg en klakkeloos verwijzen naar speciaal (basis/voortgezet) onderwijs kan vaak ook uitval betekenen omdat het kind daar juist niet op de juiste plek is.

Ontbreken van OPP – het OPP slechts inzetten als overdrachtsdocument (bij nieuwe school of voor overgang naar VO)

Een OPP ontbreekt nogal eens bij een kind met ondersteuningsbehoefte. Dit wordt gezien als overdrachtsdocument. Voor het vinden van een plek of voor de overgang naar het VO.
Het Nautilus (SO) maakt wel een OPP. Al voor dat passend onderwijs werd ingevoerd. Aan de uitvoering ervan werd niet veel gedaan. Dossiervulling voor de inspectie.
Een gedegen plan om een kind doelgerichte, op de ontwikkeling afgestemde zorg te bieden is er niet.

Pestprotocol niet hebben / inzetten

Goed beleid m.b.t. pesten is er niet. Zeker niet structureel. Kinderen worden niet serieus genomen als zij aangeven gepest te worden wat aangeeft dat de houding niet goed is naar kinderen en dat er geen kennis is over pesten. Nadat een kind uitviel (zeer overspannen en een angst al ontwikkeld) werd een klassengesprek en een SoVa training aan het gepeste kind voorgesteld. Verder kon het gepeste kind in het zorglokaal terecht.
Plicht voor pestprotocol en zorg worden niet nageleefd.

In Almere kent men geen maatwerk.

Ook de onderwijsconsulent gaf dit aan. Ook al zijn de mogelijkheden er wettelijk gezien. Er is in Almere niets voor elkaar te krijgen. Als oplossing in maatwerk te vinden is, wordt dit ook tegengehouden met argument dat er geen geld is. Zo gaf het OVC aan geen IVIO te kunnen bieden aan een kind wat geen VO-ervaring heeft en dit pas vanaf het derde of vierde leerjaar te kunnen (willen bieden). Een begeleider voor een hoogbegaafd kind wat eerst naar SBO moest, maar op zijn plek is in onderwijs voor HB is niet toegestaan vanwege te hoge kosten. Het kind is daarna nog steeds thuiszitter. Ook wordt niet direct onderwijs aangeboden gedurende de zoektocht naar de plek of de oplossing. De leerachterstand loopt op. (de kosten daarmee ook)

Vaak is bij maatwerk ook serieuze input van ouders nodig en afstemming. Zij hebben vooral veel inzicht in dat wat het kind nodig heeft. Soms is daarmee al snel duidelijk hoe het kind verder geholpen is. Maar daar is geen ruimte voor. Het komt vaak voor dat het de ouders zijn die onderzoek starten naar IQ of leerproblematiek omdat de school hen niet serieus neemt. Kind wordt aan ZAT voorgelegd, advies volgt, zoektocht volgt, vele groot overleggen en geen oplossing. Uiteindelijk komt kind bij brandpuntfunctionaris terecht (onnodig).

Enkele arrangementen (standaardisatie ipv maatwerk)

Er zijn enkele arrangementen via passend onderwijs Almere beschikbaar (niet helemaal zeker daarvan, ik geloof SO/SBO/OPDC en binnenkort het arrangement alleen voor kinderen met autisme op het OVC, hier en daar een school voor HB). De brandpuntfunctionaris vertelde dat er drie arrangementen zijn. Dat is standaardisatie wat scholen bovendien de vrijheid geeft kinderen af te wijzen. De voorwaarden die aan dat arrangement worden gesteld moeten bovendien eens onder de loep worden genomen. Zo moet je dus autisme hebben om daar aanspraak op te maken. Een kind moet zijn/haar diploma kunnen halen (?). Er mogen twee kinderen per groep worden toegelaten en na drie jaar stopt het arrangement. Het kind moet dan al redzaam zijn. Er staat opgenomen wat de gevolgen zijn. De zorgplicht stopt niet vanaf het vierde leerjaar. Ook dan mogen kinderen die zorg verwachten. Als het geboden arrangement goed werkt voor een kind mag dat niet zomaar afgebroken worden als dat het onderwijsaanbod onderbreekt. Het onderwijs kennende zal hiermee een kind met een andere ondersteuningsbehoefte legitiem afgewezen kunnen worden. Of kinderen met autisme worden niet meer op een andere school toegelaten en naar het OVC verwezen (hopende dat daar nog een plekje over is). Dit is een inschatting op basis van ervaringen. Het OVC wijst nu immers ook al een kind met selectief mutisme af wegen ‘geen kennis’ om het vervolgens naar een school te sturen waar ook geen kennis is. Dat mag elke school dus. Dat terwijl er ouders bij het kind horen die zeer bereid zijn om die kennis te brengen zodat het kind geholpen is en verder kan.

Ook voor kinderen met meer specifieke ondersteuningsvraag en ook bij uitval lijkt er geen enkele mogelijkheid voor maatwerk. Hiervoor moet men eerst bij de brandpuntfunctionaris uitkomen. En zelfs dan wordt op de geschikte oplossing geantwoord dat daar geen geld voor is. De brandpuntfunctionaris geeft aan zelf ook niet de macht te hebben om dat geld beschikbaar te laten stellen. Hij geeft ook aan dat de wethouder daar ook niets tegen kan doen. Dat lijkt vreemd.

Kostengericht i.p.v. kindgericht

Bij de invulling van passend onderwijs staat niet het recht op onderwijs staat centraal, maar de kosten voor ondersteuning. Scholen zien direct de beren op de weg bij een vraag om ondersteuning. De brandpuntfunctionaris liet weten dat er cases bij hem komen die dat punt nooit hadden hoeven bereiken. Enige bereidwilligheid en kennis binnen het onderwijs had kunnen maken dat opschalen helemaal niet nodig is.

Daar waar IVIO als oplossing is geboden is een forse strijd door ouders gestreden. Andere oplossingen die geboden worden (als de arrangementen niet voldoen) zijn dagopvang of klinische opname. Er zijn ook kinderen die buiten Almere (speciaal) onderwijs gaan volgen.

Thuiszitters

Zodra een kind uitvalt is de duur naar het vinden van een oplossing moeizaam. Partijen nemen de tijd om uit te zoeken waar het kind terecht kan en er komen velen aan de gesprekstafel. Zonder resultaat. Er wordt niet in eerste instantie gedacht aan het kind wat op dat moment geen onderwijs krijgt. Ouders moeten er zelf achter aan, soms komt daar zelfs geen respons op, en zij moeten zelf zoeken naar contacten en mogelijkheden. Vaak zijn zij niet eens op de hoogte gebracht m.b.t. bijvoorbeeld het inschakelen van een onderwijs consulent.

Terwijl er gepraat en gepraat wordt, zit het kind zo een half jaar zonder boeken. Er is niemand die oppert een programma in elkaar te zetten en die te brengen. Ook is er geen contact naar het kind of ouders om de schoolgang hoe dan ook te bevorderen. Het resultaat is een oplopende leerachterstand wat het steeds moeilijker maakt.

M.a.w. er is geen kennis m.b.t. de thuiszittersproblematiek. Vooralsnog lijkt daar ook geen initiatief voor te zijn.

Passend Onderwijs Almere geeft zelfs onjuiste informatie over het aantal thuiszitters in Almere. Is dit door onjuiste registratie?

Ouders barre positie

De houding naar ouders is negatief. Er is al snel een aanvallende houding. Ouders voelen zich bij het neerleggen van vraag om ondersteuning, bezwaard en zij voelen het als een risico wanneer zij open zijn, bij aanmelding, van een vraag om extra ondersteuning. Ouders worden na uitblijven van zorg op school soms aangemeld bij VT omdat de situatie uit de hand is gelopen.

Er zijn ouders met veel kennis en ervaring op het gebied van autisme, ADHD, hoogbegaafdheid, (weg)gepest zijn en meer. Al is het alleen maar met hoe het niet zou moeten gaan. Zij delen dit graag. Ook inzicht en ervaring op het gebied van thuiszitten delen zij graag. Door dit te delen, kan immers gewerkt worden aan verbetering. Maar de deur blijft dicht bij vraag om contact. Ouders zijn lastig.

Gemeente

De leerplichtambtenaar volgt soms de gang van zaken zonder daarbij in te grijpen. Zo kan een kind worden afgewezen zonder reden waarna de leerplichtambtenaar aangeeft dat de ouders een klacht kunnen indienen (de ouders zijn op dat moment vooral bezig met het vinden van een bereidwillige school en niet met het indienen van klachten).

Sterker de leerplichtambtenaar heeft onderling contact met de betreffende school en geeft informatie over ouders door. (een mail van de LPA aan de decaan van de school kwam per ongeluk in de mailbox van een moeder). Een moeder vroeg een LPA om advies / ondersteuning en kreeg zelfs als antwoord dat de LPA in opdracht van school werkt en niet in opdracht van ouders.

Ook wordt aangegeven dat ouders naar de geschillencommissie kunnen. Dit is goed. Maar als er nog veel te redden is voor een kind en er kan voorkomen worden dat een kind uit gaat vallen is het jammer dat mensen met invloed zich niet inzetten voor dat kind.

Het maken van onderlinge afspraken wordt zonder interventie van de gemeente gehandhaafd. Ook al zijn deze niet volgens de regels (een basisschool die OPDC adviseert (als bindend of overstijgend),  tussentijds wisselen niet toestaan).

Voor ouders is het ook voelbaar dat hulpverlenende instanties worden wegbezuinigd. Het ‘probleem’ van het kind wordt daardoor nogal eens als ‘niet ernstig genoeg’ beoordeeld waardoor de neerwaartse spiraal op gang komt.